Wijzigingen in 2013

Hieronder doe ik een greep uit de wijzigingen in de belastingwetgeving per 1 januari 2013. Hebt u hierover vragen of wilt u een verdere toelichting? Neem dan gerust contact met mij op. Het formulier daarvoor vindt u hier. Overzicht van de wijzigingen:

Wijzigingen_in_2013a

Vanaf 1 januari 2013 wijzigen de factuurregels op een aantal zaken. Als u zelf een factuur verstuurt of u krijgt een factuur, dan moet deze met ingang van 1 januari 2013 de volgende gegevens bevatten:

  • NAW- gegevens van de leverancier/dienstverrichter.
  • NAW-gegevens van de afnemer.
  • De datum waarop de factuur is uitgereikt.
  • Opeenvolgend factuurnummer.
  • Btw-identificatienummer van de leverancier/dienstverrichter.
  • Btw-identificatienummer van de afnemer indien een verleggingsregeling van toepassing is of een intracommunautaire prestatie wordt verricht.
  • De hoeveelheid van de geleverde producten, dan wel duidelijke omschrijving van de geleverde dienst. Voor de omschrijving van de dienst of de hoeveelheid van het product kan ook worden verwezen naar een schriftelijk contract of akte.
  • De datum waarop de levering of dienst heeft plaatsgevonden.
  • Vermelden eenheidsprijs exclusief BTW, de maatstaf van heffing voor elk Btw-tarief/BTW vrijstelling en eventuele kortingen die niet in de eenheidsprijs zijn opgenomen.
  • Vermelden van het Btw-tarief welke van toepassing is.
  • De verschuldigde Btw-bedrag.
  • Als een vrijstelling van toepassing is of een intracommunautaire prestatie betreft, dit vermelden.
  • Als een verleggingsregeling van toepassing is, vermelden: “BTW verlegd”.
  • Betreft de verkoop een vervoermiddel, dan dienen de gegevens over het vervoermiddel (nieuw of gebruikt) te worden opgenomen.
  • Indien de afnemer de factuur uitreikt in plaats van de leverancier/dienstverrichter dient u op de factuur te vermelden: ‘factuur uitgereikt door de afnemer’.
  • Indien van toepassing de vermelding ‘Bijzondere regeling reisbureaus’.
  • Indien van toepassing de vermelding: ‘Bijzondere regeling – gebruikte goederen’, ‘Bijzondere regeling – kunstvoorwerpen’, ‘Bijzondere regeling – voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten’.
  • Indien van toepassing de NAW-gegevens en het Btw-identificatienummer van de fiscaal vertegenwoordiger.

back_to_top

Gevolgen als de facturen niet voldoen aan de factuurvereisten

Voldoet een factuur niet aan de factuurvereisten, dan kan de belastingdienst u als leverancier/dienstverrichter een boete opleggen van maximaal € 4.920. Voor u als afnemer heeft het ook vervelende gevolgen, u heeft namelijk geen recht op aftrek van voorbelasting. Dit houdt in dat u zelf de BTW moet betalen en de (inkoop)kosten stijgen. Mocht u toch de BTW terugvragen, kan bij een boekenonderzoek deze BTW door de Belastingdienst worden teruggevorderd. Deze terugvordering wordt nog verhoogd met boete en rente. Facturen mogen ook elektronisch verzonden worden maar dan wel in een niet-wijzigbaar bestandsformaat zoals PDF.

back_to_top

  Wijzigingen-in-Belastingheffing-2013

Met ingang van 1 januari 2013

Wijziging pensioengerechtigde leeftijd

In 2013 wordt de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in de Algemene Ouderdomswet verhoogd van 65 jaar naar 65 jaar en 1 maand. Die leeftijd wordt de komende jaren verder verhoogd. Diverse fiscale faciliteiten die gelden voor 65+-ers, zoals bijvoorbeeld heffingskortingen en zorgkosten, groeien mee met deze leeftijd.

Inkomstenbelasting

Aanslaggrens voor de inkomstenbelasting

De aanslaggrens voor de inkomstenbelasting is in 2013 € 45 (was € 45). Alleen als het verschil tussen de verschuldigde inkomstenbelasting en het saldo van de gezamenlijke voorheffingen en de voorlopige teruggaven meer bedraagt dan € 45 (was € 45) volgt een aanslag.

Teruggaafgrens loonbelasting en premie volksverzekeringen

De grens voor teruggaaf op verzoek, op grond van te veel ingehouden loonbelasting en premie volksverzekering over het belastingjaar 2013 is € 14 (was € 14). Naast de voorheffingen moeten ook in aanmerking worden genomen de voorlopige teruggaven (gezamenlijk genoemd: voorheffingssaldo). Als dit voorheffingssaldo de verschuldigde belasting niet of met niet meer dan € 14 (€ 14) overtreft, dan volgt geen aanslag.

Eigen woning

Hypotheekrenteaftrek

Met ingang van 1 januari 2013 geldt de hypotheekrenteaftrek alleen voor hypotheken met een ten minste annuïtair aflossingsschema van 30 jaar. Voor mensen die op 31 december 2012 een eigen woning en een eigenwoningschuld hadden, blijft de hypotheekrente aftrekbaar ook al wordt op de betreffende lening niet afgelost. Dit geld ook indien zij in of na 2013 deze lening oversluiten.

Kamerverhuurvrijstelling

De vrijstelling voor kamerverhuur bedraagt in 2013 € 4.536 (was € 4.410).

Verhuisregeling hypotheekrenteaftrek

De maximale termijn voor behoud van hypotheekrenteaftrek bij verkoop van de voormalige eigen woning is drie jaar. Die termijn geldt tot en met het belastingjaar 2013. Dit betekent dat als de woning in 2010 te koop is gezet, voor die woning nog recht op hypotheekrenteaftrek bestaat in 2013. De maximale termijn voor het verkrijgen van hypotheekrenteaftrek voor de nog leegstaande toekomstige eigen woning (bijvoorbeeld in aanbouw) is ook drie jaar. Ook dat geldt voor het belastingjaar 2013. Dit betekent dat in 2013 recht op hypotheekrenteaftrek bestaat voor een leegstaande woning die uiterlijk in 2016 de eigen woning (hoofdverblijf) zal worden.

Aftrek rente financiering restschuld

Met ingang van 1 januari 2013 kunt u ook aftrek krijgen van rente die u betaalt op een schuld die u heeft als gevolg van een restschuld die is ontstaan na 29 oktober 2012 maar voor 1 januari 2018. Een restschuld ontstaat indien de verkoopprijs van de woning lager ligt dan de op de woning rustende eigenwoningschuld. Deze aftrek kunt ook krijgen indien u geen eigen woning meer heeft. De aftrek geldt voor een periode van 10 jaar na het moment van het ontstaan van de restschuld.

Giftenaftrek

Giften zijn aftrekbaar als zij zijn gedaan aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Aftrek is alleen mogelijk als de bedoelde instellingen door de Belastingdienst als ANBI zijn aangemerkt. Vereist wordt dat de instelling is gevestigd in lidstaten van de EU, de Nederlandse Antillen, Aruba of een aangewezen mogendheid. De lijst met aangewezen instellingen is te vinden op www.belastingdienst.nl. Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar, zonder drempel en plafond. Deze giften moeten wel in een bij de notaris opgemaakte akte zijn vastgelegd voor een periode van ten minste 5 jaar. Voor giften die niet in de vorm van periodieke uitkeringen zijn gedaan (de zogenaamde andere giften) geldt een drempel van € 60 of, als dat meer is, 1% van het verzamelinkomen (vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek). Tevens geldt voor deze andere giften een maximum van 10% van dat inkomen. Bij partners geldt dat zij hun andere giften en hun verzamelinkomens moeten samenvoegen. Giften die de vorm hebben van het afzien van een vergoeding van kosten voor vervoer per auto, anders dan per taxi, worden in aanmerking genomen voor € 0,19 (€ 0,19) per kilometer. Het afzien van een kostenvergoeding, bijvoorbeeld door een vrijwilliger, kan onder voorwaarden worden aangemerkt als aftrekbare gift. Een gift aan een ANBI die is aangemerkt als culturele instelling kan ook in 2013 in aanmerking worden genomen voor 1,25 keer het bedrag van de gedane gift. Deze extra aftrek wordt toegepast over maximaal € 5.000 van de aan culturele instellingen gedane giften. Meer informatie: daargeefjeom.nl

Box 3

Eén peildatum

Vanaf 2011 wordt de rendementsgrondslag gepeild op 1 januari van het kalenderjaar.

Heffingvrij vermogen

Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen heeft een belastingplichtige recht op een heffingvrij vermogen van € 21.139 (was € 21.139). De gezamenlijke grondslag sparen en beleggen van partners (zijnde de gezamenlijke rendementsgrondslag voor zover die meer bedraagt dan het gezamenlijke heffingvrije vermogen) kan tussen partners in elke gewenste verhouding worden toebedeeld.

Ouderentoeslag

Het heffingvrije vermogen kan onder voorwaarden worden verhoogd met de ouderentoeslag. Om in aanmerking te komen voor de ouderentoeslag moet men op 31 december 2012 de AOW-leeftijd hebben bereikt.

Vrijstelling spaarloonregeling

De spaarloonregeling is vervallen per 1 januari 2012. Er geldt een overgangsregeling.

Vrijstelling voor een uitvaartverzekering

De vrijstelling voor een uitvaartverzekering of een andere overlijdensrisicoverzekering in box 3 bedraagt € 6.859 (was € 6.859). Deze vrijstelling geldt ook voor de bankspaarvariant, waarbij mensen op een geblokkeerde bankrekening genoemd bedrag kunnen sparen voor de uitvaart.

Schulden

Voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen worden schulden in aanmerking genomen voor zover de gezamenlijke waarde meer bedraagt dan € 2.900 (was € 2.900). Als de belastingplichtige het hele jaar dezelfde partner heeft, geldt een schuldendrempel van € 5.800 (was € 5.800) voor de belastingplichtige en diens partner samen.

back_to_top

  Loonbelasting

Overgangsrecht levensloopregeling per 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 is de levensloopregeling niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers.Voor deelnemers met een saldo van minder dan € 3.000 op 31 december 2012 valt het tegoed vrij aan het begin van het jaar 2013. Bij die vrijval wordt belasting geheven over 80% van het tegoed op 31 december 2011 en worden de in het verleden opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen. Bij een tegoed van € 3000 of meer op 31 december 2012 kan men tot het jaar 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Vanaf het jaar 2013 vervalt de voorwaarde dat het levenslooptegoed slechts voor verlof opgenomen kan worden. Indien het volledige tegoed in 2013 opgenomen wordt, wordt slechts 80% van de waarde in het economische verkeer van de levensloopaanspraak op 31 december 2011 in aanmerking genomen voor de belastingheffing. Het meerdere wordt wel volledig belast. Bij de belastingheffing worden ook de in het verleden opgebouwde rechten op de levensloopverlofkorting in aanmerking genomen.

Vitaliteitssparen

Per 1 januari 2013 zou vitaliteitssparen ingevoerd worden. Deze plannen zijn echter gewijzigd, waardoor vitaliteitssparen niet meer in werking treedt. Daarmee vervalt ook de mogelijkheid van omzetten van levenslooptegoeden in vitaliteitssparen.

Bijtelling auto van de zaak

Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 0%-tarief voor de bijtelling. Op auto’s die al voor 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari 2017.Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende 60 maanden een 7%-tarief voor de bijtelling. Het huidige onderscheid in CO2-grenzen voor benzine en diesel verdwijnt. De komende jaren groeien deze grenzen langzaam naar elkaar toe. Vanaf 2015 wordt er geen onderscheid meer gemaakt.

Bestelauto van de zaak

Iemand met een bestelauto van de zaak die deze uitsluitend zakelijk (dus: 0 kilometer privé) gebruikt, kan vanaf 1 januari 2012 gebruikmaken van de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto. Er vindt dan geen bijtelling auto van de zaak plaats. En er hoeft geen rittenregistratie te worden bijgehouden. Dit is een nieuwe regeling naast bijvoorbeeld de bestaande mogelijkheid om met behulp van een rittenregistratie aan te tonen dat het privégebruik niet meer dan 500 km per jaar bedraagt. De regeling geldt zowel voor werknemers, als voor ondernemers die voor de inkomstenbelasting als ondernemer aangemerkt zijn.

Werkkostenregeling

Met ingang van 2014 geldt de werkkostenregeling (WKR) voor alle werkgevers. In de WKR kan, naast een aantal gerichte vrijstellingen, maximaal 1,5 % van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) worden besteed aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte (en afgezien van de gerichte vrijstellingen) moet de werkgever loonbelasting betalen in de vorm van een (gebruteerde) eindheffing van 80%. De waarde van voorzieningen zoals die gelden onder de WKR zijn geïndexeerd. Voor een maaltijd in een bedrijfskantine geldt als normbedrag € 3,05 (€ 2,90) per maaltijd. Voor huisvesting en inwoning geldt als normbedrag € 5,25 (€ 5,00) per dag. Voor meer informatie over toepassing van de werkkostenregeling zie: http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/loonheffingen/werkkostenregeling/

back_to_top

Wet uniformering loonbegrip

Met ingang van 1 januari 2013 is er één loonbegrip voor loonbelasting, verschillende premies en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet. Voor werkgevers kan dit een lastenreductie betekenen. Werkgevers en loonsoftwarebedrijven zijn in verband met de benodigde voorbereidingen al eerder geïnformeerd over de gevolgen voor hun loonberekeningsprogramma’s. Voor werknemers wordt de loonstrook korter en duidelijker.

back_to_top Autobelastingen

Tarieven BPM

De catalogusprijs als component van de belastinggrondslag voor de Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) komt per 1 januari 2013 te vervallen. Per 1 januari 2013 wordt de BPM uitsluitend nog berekend op basis van de absolute CO2-uitstoot. De CO2grenzen in de BPM worden jaarlijks aangescherpt en aangepast aan de inflatie. De jaarlijkse aanpassing vindt per 1 januari 2013 plaats. Er blijft een vrijstelling bestaan voor de meest zuinige auto’s. De komende jaren groeien de CO2-grenzen voor benzine en diesel langzaam naar elkaar toe. Vanaf 2015 wordt er geen onderscheid meer gemaakt en gelden in de BPM voor benzine- en dieselauto’s dezelfde CO2-grenzen en CO2-tarieven. Voorts wordt het tarief van de CO2-afhankelijke dieseltoeslag per 1 januari 2013 aangescherpt.

Tarieven MRB

De tarieven van de motorrijtuigenbelasting (MRB) worden aangepast aan de inflatie. De inflatiecorrectie voor 2013 is 2,2%. De MRB voor motoren wordt in 2013 met 12% verhoogd. Het tarief voor een motorrijwiel bedraagt dientengevolge vanaf 1 januari 2013 € 23,24.

Vrijstelling zeer zuinige auto’s in MRB

De vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting (MRB) voor zeer zuinige auto’s vervalt per 1 januari 2014 voor zowel nieuwe als bestaande personenauto’s. Vanaf 2014 zal de MRB hierdoor alleen nog op gewicht gebaseerd zijn. Tot 1 januari 2014 gelden de huidige CO2grenzen voor de vrijstelling in de MRB voor zeer zuinige auto’s (benzine 110 gr/km, diesel 95 gr/km). Personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km zullen tot en met 2015 worden vrijgesteld. Deze vrijstelling is bedoeld om de ontwikkeling en aanschaf van de nieuwe generatie zeer zuinige auto’s te stimuleren.

Vrijstelling oldtimers in MRB

Volgens het Regeerakkoord komt de oldtimervrijstelling per 1 januari 2014 te vervallen, waarbij gezocht wordt naar de mogelijkheid om het rijdend cultureel erfgoed te ontzien. In 2013 is de vrijstelling voor oldtimers nog van kracht. Alle auto’s die op 31 december 2011 al 25 jaar of ouder waren (eerste toelating vóór 1 januari 1987), blijven ook in 2013 vrijgesteld van de motorrijtuigenbelasting (MRB) en hoeven geen brandstoftoeslag te betalen. Oldtimers met een eerste toelating van 1 januari 1987 of later zijn alleen nog vrijgesteld van de MRB. Voor oldtimers op diesel of LPG moet wel de zogenaamde brandstoftoeslag worden betaald.

back_to_top

Vennootschapsbelasting

Tarieven

De tarieven 2013 en 2012 zijn gelijk. Bij een winst van:

meer dan niet meer dan bedraagt het percentage
- € 200.000 20,0
€ 200.000 25,0

back_to_top

Btw

Btw, vrijstelling medische zorgverlening

De vrijstelling van btw voor (para)medische dienstverlening is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd. De vrijstelling is beperkt tot de gezondheidskundige verzorging die behoort tot het gebied van deskundigheid en onderdeel vormt van de opleiding van een beroep dat geregeld is in de zin van de Wet op de beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De wettelijke mogelijkheid van vrijstelling van andere (complementaire) gezondheidskundige diensten is beëindigd.

back_to_top

Overige

Assurantiebelasting

Het tarief van de assurantiebelasting gaat op 1 januari 2013 van 9,7% naar 21%.

Overdrachtsbelasting

Tijdelijke verruiming doorverkooptermijn

De termijn waarin een vermindering van overdrachtsbelasting kan worden verkregen bij doorverkoop van een woning of bedrijfspand, is met ingang van 1 september 2012 tijdelijk verruimd van 6 naar 36 maanden.

Tijdelijke verruiming samenloopvrijstelling

Met ingang van 1 november 2012 is ook een voorziening getroffen voor nieuw (zakelijk) vastgoed dat al in gebruik is genomen of is verhuurd door de verkoper. Als de onroerende zaak wordt verkocht binnen 24 maanden na eerste ingebruikname dan wel de ingangsdatum van de verhuur kan de koper toch een beroep doen op de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Deze termijn was zes maanden.

Laag tarief voor later verkregen aanhorigheden

Het lage tarief (2%) in de overdrachtsbelasting geldt vanaf 2013 ook voor aanhorigheden die later verkregen worden dan de woning zelf, zoals de tuin, garages en schuren.

- -->